Loesje en de mantelzorg
Door Riemie van Dijk
‘Wie vraagt de mantelzorger hoe het met hem gaat’, is de tekst op één van de Loesje kaarten. Loesje wil het leven op de wereld beter maken. Ze is niet van de luchtkastelen, maar vindt dat jij je idealen kunt verwezenlijken door er dagelijks een kasteel van te maken. Ik ben een enorme fan van Loesje, maar merkte in mijn privésituatie dat soms méér nodig is dan alleen deze vraag stellen.
In 2010 was mijn moeder in alle opzichten actief en gezond. Haar tachtigste verjaardag hebben we nog groots gevierd. Toen viel in 2011 de diagnose darmkanker. Zij belandde in het zorgcircuit en ik was ineens mantelzorger. In 2013 is ze overleden. Denk niet dat niemand aandacht voor me had. Tijdens haar ziekteproces waren er volop mensen -vrienden, kennissen, betrokken zorgverleners - die mij vroegen hoe het met me ging en of wat ze voor me konden betekenen. Maar eerlijk is eerlijk: ik had geen idee. Mijn gedachten draaiden maar om één ding: haar welzijn en gezondheid.
Na haar overlijden heb ik me veelvuldig afgevraagd: hoe is dit in vredesnaam mogelijk? Ik loop al jaren rond in de wereld van zorg & welzijn en heb ‘voeren van eigen regie’ hoog in het vaandel staan. Terugkijkend denk ik, dat ik door de opeenstapeling van ingrijpende gebeurtenissen de verbinding met mezelf was kwijtgeraakt. Een uitgangspunt dat ik hanteer in mijn dagelijkse werk met ‘kwetsbare mensen’ paste ik niet op mezelf. Wat je noemt: een blinde vlek! Hoe het ook zij, het maakte dat ik op zoek ging naar manieren om te zorgen dat mantelzorgers weer in verbinding komen met zichzelf en regie kunnen voeren.
Dat deed ik tijdens mijn werk in een project ‘vrijwillige Respijtzorg’ en doorhet veelvuldig bezoeken van websites en databanken van landelijke kennisinstituten en steunorganisaties. Maar het was vooral de duik in wat ik ‘de kennis en kunde van het verzamelen, vormen, verdiepen en verhalen’ noem, die voor nieuwe inzichten zorgde.
Het gaat volgens mij om het stellen van andere vragen. Vragen die uitnodigen tot het vertellen van verhalen. Dat doe je door te vragen naar concrete gebeurtenissen, voorbeelden en situaties van mantelzorgers. En door te vragen naar emoties. Iedere keer weer ben ik blij verrast hoe een goed gekozen ‘narratieve prikkelvraag’ maakt dat mensen weer verbonden raken met zichzelf en op verhaal komen. Het bijzondere van verhalen is namelijk, dat ze toegang geven tot verborgen kennis. Kennis over wat leeft en speelt, over wat nodig is en wat werkt. Het formuleren van goede vragen een kwestie is van ‘oefening baart kunst’. Vragen moeten passen bij jou als mens; waar voel jij je prettig bij? Vragen moeten passen bij de belevingswereld van degene met wie je in contact bent. Zo gebruik je bij andere taal jongeren dan bij ouderen. Nieuwsgierig geworden? Graag deel ik mijn kennis en ervaringen.
Ieder van ons kan dagelijks een kasteel bouwen door anderen te prikkelen om verhalen te vertellen. Die verhalen bevatten informatie waarmee je het leven van mensen met wie je werkt beter kunt maken. Alles wat je nodig hebt is er al!